onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord nijpen
infinitivus
- infinitief
infinitive
nijpen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
nijp
nijp jij/je?
jij, je
nijpt
u
nijpt
hij
zij, ze
het
men
nijpt
zij, ze
wij, we
jullie
nijpen