Alle vervoegingen van het werkwoord mooizitten

infinitivus - infinitief infinitive
mooizitten
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • zit mooi
 
  • zit mooi jij/je?
jij, je
  • zit mooi
u
  • zit mooi
hij
zij, ze
het
men
  • zit mooi
zij, ze
wij, we
jullie
  • zitten mooi
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • mooizit
dat jij, je
  • mooizit
dat u
  • mooizit
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • mooizit
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • mooizitten
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • zat mooi
zij, ze
wij, we
jullie
  • zaten mooi
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • mooizat
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • mooizaten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • mooigezeten
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • mooizittend