Alle vervoegingen van het werkwoord mogen

infinitivus - infinitief infinitive
mogen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • mag
 
  • mag jij/je?
jij, je
  • mag
u
  • mag
hij
zij, ze
het
men
  • mag
zij, ze
wij, we
jullie
  • mogen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • mocht
zij, ze
wij, we
jullie
  • mochten
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gemogen
  • gemocht
  • gemoogd
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • mogend
vertaling english translation
  • to may