onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord mislezen
infinitivus
- infinitief
infinitive
mislezen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
mislees
mislees jij/je?
jij, je
misleest
u
misleest
hij
zij, ze
het
men
misleest
zij, ze
wij, we
jullie
mislezen