onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord malen
infinitivus
- infinitief
infinitive
malen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
maal
maal jij/je?
jij, je
maalt
u
maalt
hij
zij, ze
het
men
maalt
zij, ze
wij, we
jullie
malen