Alle vervoegingen van het werkwoord liegen

infinitivus - infinitief infinitive
liegen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • lieg
 
  • lieg jij/je?
jij, je
  • liegt
u
  • liegt
hij
zij, ze
het
men
  • liegt
zij, ze
wij, we
jullie
  • liegen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • loog
zij, ze
wij, we
jullie
  • logen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gelogen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • liegend
vertaling english translation
  • to lie
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
voorliegen
  • lieg voor
  • liegt voor
  • loog voor
  • logen voor
voorgelogen