onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord krijsen
infinitivus
- infinitief
infinitive
krijsen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
krijs
krijs jij/je?
jij, je
krijst
u
krijst
hij
zij, ze
het
men
krijst
zij, ze
wij, we
jullie
krijsen