onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord klimmen
infinitivus
- infinitief
infinitive
klimmen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
klim
klim jij/je?
jij, je
klimt
u
klimt
hij
zij, ze
het
men
klimt
zij, ze
wij, we
jullie
klimmen