Alle vervoegingen van het werkwoord inzuigen

infinitivus - infinitief infinitive
inzuigen

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	zuig in
	zuig in jij/je?
jij, je	zuigt in
u	zuigt in
hij zij, ze het men	zuigt in
zij, ze wij, we jullie	zuigen in

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	inzuig
dat jij, je	inzuigt
dat u	inzuigt
dat hij dat zij, ze dat het dat men	inzuigt
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	inzuigen

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	zoog in
zij, ze wij, we jullie	zogen in

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	inzoog
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	inzogen

participium - voltooid deelwoord past participle
ingezogen

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
inzuigend