Alle vervoegingen van het werkwoord inkerven

infinitivus - infinitief infinitive
inkerven
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • kerf in
 
  • kerf in jij/je?
jij, je
  • kerft in
u
  • kerft in
hij
zij, ze
het
men
  • kerft in
zij, ze
wij, we
jullie
  • kerven in
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • inkerf
dat jij, je
  • inkerft
dat u
  • inkerft
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • inkerft
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • inkerven
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • korf in
  • kerfde in
zij, ze
wij, we
jullie
  • korven in
  • kerfden in
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • inkorf
  • inkerfde
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • inkorven
  • inkerfden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • ingekorven
  • ingekerfd
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • inkervend