onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord herscheppen
infinitivus
- infinitief
infinitive
herscheppen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
herschep
herschep jij/je?
jij, je
herschept
u
herschept
hij
zij, ze
het
men
herschept
zij, ze
wij, we
jullie
herscheppen