onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord hernemen
infinitivus
- infinitief
infinitive
hernemen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
herneem
herneem jij/je?
jij, je
herneemt
u
herneemt
hij
zij, ze
het
men
herneemt
zij, ze
wij, we
jullie
hernemen