Alle vervoegingen van het werkwoord handeldrijven

infinitivus - infinitief infinitive
handeldrijven
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • drijf handel
 
  • drijf handel jij/je?
jij, je
  • drijft handel
u
  • drijft handel
hij
zij, ze
het
men
  • drijft handel
zij, ze
wij, we
jullie
  • drijven handel
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • handeldrijf
dat jij, je
  • handeldrijft
dat u
  • handeldrijft
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • handeldrijft
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • handeldrijven
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • dreef handel
zij, ze
wij, we
jullie
  • dreven handel
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • handeldreef
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • handeldreven
participium - voltooid deelwoord past participle
  • handelgedreven
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • handeldrijvend