onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord grijpen
infinitivus
- infinitief
infinitive
grijpen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
grijp
grijp jij/je?
jij, je
grijpt
u
grijpt
hij
zij, ze
het
men
grijpt
zij, ze
wij, we
jullie
grijpen