Alle vervoegingen van het werkwoord gelijken

infinitivus - infinitief infinitive
gelijken
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • gelijk
 
  • gelijk jij/je?
jij, je
  • gelijkt
u
  • gelijkt
hij
zij, ze
het
men
  • gelijkt
zij, ze
wij, we
jullie
  • gelijken
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • geleek
zij, ze
wij, we
jullie
  • geleken
participium - voltooid deelwoord past participle
  • geleken
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • gelijkend
vertaling english translation
  • to be similar
  • to resemble