onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord eten
infinitivus
- infinitief
infinitive
eten
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
eet
eet jij/je?
jij, je
eet
u
eet
hij
zij, ze
het
men
eet
zij, ze
wij, we
jullie
eten