Alle vervoegingen van het werkwoord durven

infinitivus - infinitief infinitive
durven
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • durf
 
  • durf jij/je?
jij, je
  • durft
u
  • durft
hij
zij, ze
het
men
  • durft
zij, ze
wij, we
jullie
  • durven
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • dorst
  • durfde
zij, ze
wij, we
jullie
  • dorsten
  • durfden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gedurfd
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • durvend
vertaling english translation
  • to dare
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
aandurven
  • durf aan
  • durft aan
  • durfde aan
  • durfden aan
aangedurfd