Alle vervoegingen van het werkwoord dingen

infinitivus - infinitief infinitive
dingen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • ding
 
  • ding jij/je?
jij, je
  • dingt
u
  • dingt
hij
zij, ze
het
men
  • dingt
zij, ze
wij, we
jullie
  • dingen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • dong
zij, ze
wij, we
jullie
  • dongen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gedongen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • dingend
vertaling english translation
  • to stuff
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
afdingen
  • ding af
  • dingt af
  • dong af
  • dongen af
afgedongen
  • to haggle
mededingen
  • ding mede
  • dingt mede
  • dong mede
  • dongen mede
medegedongen
meedingen
  • ding mee
  • dingt mee
  • dong mee
  • dongen mee
meegedongen