Alle vervoegingen van het werkwoord brouwen

infinitivus - infinitief infinitive
brouwen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • brouw
 
  • brouw jij/je?
jij, je
  • brouwt
u
  • brouwt
hij
zij, ze
het
men
  • brouwt
zij, ze
wij, we
jullie
  • brouwen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • brouwde
zij, ze
wij, we
jullie
  • brouwden
participium - voltooid deelwoord past participle
  • gebrouwen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • brouwend
vertaling english translation
  • to brew
infinitivus infinitief
infinitive
presens tegenwoordige tijd
present tense
imperfectum verleden tijd
past tense
participium voltooid deelwoord
past participle
vertaling engelse vertaling
english translation
bierbrouwen
  • brouw bier
  • brouwt bier
  • brouwde bier
  • brouwden bier
biergebrouwen
  • to brew beer