Alle vervoegingen van het werkwoord binnenklimmen

infinitivus - infinitief infinitive
binnenklimmen

Bol.com Outlet

Bol.com Algemeen

presens - tegenwoordige tijd present tense
ik	klim binnen
	klim binnen jij/je?
jij, je	klimt binnen
u	klimt binnen
hij zij, ze het men	klimt binnen
zij, ze wij, we jullie	klimmen binnen

presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik	binnenklim
dat jij, je	binnenklimt
dat u	binnenklimt
dat hij dat zij, ze dat het dat men	binnenklimt
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	binnenklimmen

imperfectum - verleden tijd past tense
ik jij, je u hij zij, ze het men	klom binnen
zij, ze wij, we jullie	klommen binnen

imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik dat jij, je dat u dat hij dat zij, ze dat het dat men	binnenklom
dat zij, ze dat wij, we dat jullie	binnenklommen

participium - voltooid deelwoord past participle
binnengeklommen

participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
binnenklimmend