onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord binden
infinitivus
- infinitief
infinitive
binden
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
bind
bind jij/je?
jij, je
bindt
u
bindt
hij
zij, ze
het
men
bindt
zij, ze
wij, we
jullie
binden