onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord beliegen
infinitivus
- infinitief
infinitive
beliegen
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
belieg
belieg jij/je?
jij, je
beliegt
u
beliegt
hij
zij, ze
het
men
beliegt
zij, ze
wij, we
jullie
beliegen