onregelmatige
werkwoorden
.nl
Tegenwoordige tijd van het werkwoord bakken
infinitivus
- infinitief
infinitive
bakken
presens
- tegenwoordige tijd
present tense
ik
bak
bak jij/je?
jij, je
bakt
u
bakt
hij
zij, ze
het
men
bakt
zij, ze
wij, we
jullie
bakken