Alle vervoegingen van het werkwoord aankomen

infinitivus - infinitief infinitive
aankomen
presens - tegenwoordige tijd present tense
ik
  • kom aan
 
  • kom aan jij/je?
jij, je
  • komt aan
u
  • komt aan
hij
zij, ze
het
men
  • komt aan
zij, ze
wij, we
jullie
  • komen aan
presens - tegenwoordige tijd - bijzinvolgorde present tense
dat ik
  • aankom
dat jij, je
  • aankomt
dat u
  • aankomt
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • aankomt
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • aankomen
imperfectum - verleden tijd past tense
ik
jij, je
u
hij
zij, ze
het
men
  • kwam aan
zij, ze
wij, we
jullie
  • kwamen aan
imperfectum - verleden tijd - bijzinvolgorde past tense
dat ik
dat jij, je
dat u
dat hij
dat zij, ze
dat het
dat men
  • aankwam
dat zij, ze
dat wij, we
dat jullie
  • aankwamen
participium - voltooid deelwoord past participle
  • aangekomen
participium praesentis - onvoltooid deelwoord present participle
  • aankomend
vertaling english translation
  • to arrive
  • to gain weight